Wie maakt, heeft toekomst

Om mij heen komt niemand aan het einde van de dag met vuile handen thuis. Mijn ene zoon is verkoopadviseur bij een autobedrijf, mijn tweede zoon richt zich op onlinemarketing, mijn bonusdochter wil iets doen met facilitymanagement, mijn vrouw is aankoopmakelaar en ik zit dagelijks met mijn hoofd in de woorden en de beelden.

Als wij een gemiddeld gezin vormen, dan ziet het er slecht uit voor onze maakindustrie en is bij deze verklaard waarom onze maakbedrijven zo slecht aan gemotiveerde en opgeleide medewerkers kunnen komen.

Mijn ouders leerden mij dat niets je in het leven komt aanwaaien en dat succes altijd gepaard gaat met bloed, zweet en tranen. Met opofferingen dus, kleine dan wel grote. Dus sleutelde ik vroeger als tiener, die broodnodig geld nodig had, in de autogarage van mijn vader. Ik leerde de logica van technologie en mechanica inzien en wat echt werken is.

Hoewel ik dankbaar ben voor de kansen die ik heb gekregen, kon ik niet accepteren dat het zwart in de kloven van mijn handen onmogelijk weg te schrobben is. Uiteindelijk nam ik daarom het autobedrijf van mijn vader over en werd een manager en papieren tijger tegelijk. Maar wat mij daarbij ontzettend hielp, was dat ik zelf met mijn hoofd onder auto’s had gelegen en wist hoe je een filter, olie en bougies moest vervangen.

Inmiddels ben ik al bijna 15 jaar een van de gezichten van INTO business. Sindsdien is mijn interesse in alles wat mijn klanten maken ontzettend gegroeid. Met verbazing, bewondering en soms zelfs met wat jaloezie kijk ik naar hetgeen zij realiseren. Sommigen zijn ware uitvinders, voor anderen is technologie gewoon een tweede natuur.

Van ons en onze kinderen moet de maakindustrie het niet hebben. Maar goed, op een dag zal de volgende generatie Middeldorpen zijn entree maken. En wie weet zit daar wel wat tussen. Ik hoop het stiekem. Want wie maakt, gaat een rooskleurige toekomst tegemoet. Wie wil dat nou niet voor zijn (klein)kinderen?



Page 2 Page 6


return to main site-map